
Wet studiefinanciering 2000
Artikel 3.21 Toekenningsperiode
1
Studiefinanciering wordt toegekend per studiefinancieringstijdvak.
2
Studiefinanciering wordt niet toegekend voor een periode die gelegen is voor de datum van indiening van de aanvraag.
3
Aan de studerende die reeds studiefinanciering ontvangt en een aanvraag heeft ingediend om in aanmerking te komen voor:
a
het normbedrag voor een uitwonende studerende,
b
een toeslag voor een partner, of
c
een toeslag voor een één-oudergezin,
wordt de verhoging van de studiefinanciering niet toegekend voor een periode gelegen voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag is ingediend.
4
Op aanvraag van de studerende onderbreekt of beëindigt de IB-Groep de studiefinanciering met ingang van de kalendermaand die de studerende in zijn aanvraag aangeeft. De onderbreking omvat ten minste 1 maand.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BC8280, Hoger beroep, 0700142
Rechtsoort
Civiel overig
Datum uitspraak
25-03-2008
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof ArnhemHet Prepensioenfonds heeft betoogd dat ingevolge de verplichtstelling het fonds de bevoegdheid heeft gekregen om iedere premievordering, ongeacht het ontstaanstijdstip van die vordering, bij wege van dwangbevel in te vorderen, omdat de verplichtstelling moet worden aangemerkt als een daad van materiële wetgeving die directe werking heeft... -
LJN BG5735, Hoger beroep, AWB 08/1
Rechtsoort
Bestuursrecht overig
Datum uitspraak
25-11-2008
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
College van Beroep voor het bedrijfslevenWet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000